Tijd van burgers & stoommachines

snelwandelen was in de 18e eeuw al populair in Engeland. Al vóór de 1900 werd in dat land voor veel geld van pub tot pub gesnelwandeld. In 1867 waren in London de eerste nationale kampioenschappen.

 

De engelse kostscholen hadden al snel een grote naam gekregen doordat zij scholieren de kans gaven een elitaire opleiding te volgen. Er werden wedstrijden georganiseerd die college meetings werden genoemd. Hierbij waren de families de toeschouwers. In de vakanties kwamen scholieren uit heel Europa hier naartoe om zich te ontwikkelen als atleet. Pim Mulier (één van de grondleggers van de moderne sport in Nederland.) verbleef ook op een kostschool in Engeland. Hier kreeg hij de smaak te pakken van het veldlopen en raakte hij in de ban de de Engelse sportethiek.

 

In 1878 organiseerde hij, op het landgoed Rooswijck te Velsen, de eerste Nederlandse atletiekwedstrijden. Het programma bestond uit twee nummers: de korte afstand (100 m sprint) en de lange afstand (2 km veldloop). Pim Mulier won beide afstanden. En In 1889 richtte hij de Nederlandse Atletiekbond op.

 

In 1896 werden in Athene de moderne Olympische Spelen gehouden. Dat was een idee van de jonge Fransman Pierre de Coubertin. Hij wilde de volken dichter bij elkaar brengen. Hij zei altijd: 'Meedoen is belangrijker dan winnen'. Er deden maar weinig topatleten mee en er werden, misschien daardoor, geen wereldrecords gehaald. Verder waren de bochten van de baan nogal krap, waardoor het halen van snelle tijden bij de looponderdelen eigenlijk onmogelijk werd.



Maak jouw eigen website met JouwWeb